Voor pensioenfondsen is altijd de belangrijkste vraag: is er genoeg geld om alle pensioenen te betalen, nu en later? Om die vraag te kunnen beantwoorden werken pensioenfondsen met de zogeheten dekkingsgraad: een soort van thermometer die laat zien hoe we er financieel voor staan.

Wat is de dekkingsgraad?

De bruto-dekkingsgraad is de verhouding tussen het geld dat we in kas hebben (ons vermogen) en de pensioenen die we moeten betalen (onze verplichtingen). Is de bruto-dekkingsgraad bijvoorbeeld 110%? Dan hebben we Afl. 110 in kas voor iedere Afl. 100 die we nu en in de toekomst an pensioen moeten betalen. Dus: hoe hoger de bruto-dekkingsgraad, hoe beter onze financiële situatie.

Daarnaast rapporteren wij ook de netto-dekkingsgraad. Deze houdt ook rekening met de door de Centrale Bank van Aruba (CBA) vereiste buffer om tegenvallers in de beleggingsresultaten te kunnen opvangen. De netto-dekkingsgraad is de verhouding tussen de bezittingen minus deze buffer (weerstandsvermogen) enerzijds en de verplichtingen van het fonds anderzijds. Deze netto-dekkingsgraad moet minimaal 100% zijn. Indien wij op deze website het hebben over de dekkingsgraad, bedoelen wij de bruto-dekkingsgraad.

Meten

Periodiek ‘meten’ we de dekkingsgraad van ons fonds. De hoogte van de dekkingsgraad is afhankelijk van de rekenrente, de gemiddelde levensverwachting en van het rendement (de ‘winst’) op ons vermogen. Hoe lager de rente en het rendement, hoe lager de dekkingsgraad. Als de gemiddelde levensverwachting stijgt, dat daalt ook de dekkingsgraad, omdat wij dan over een langere periode pensioen moeten uitkeren.

De koopkracht van uw pensioen

APFA wil graag jaarlijks de pensioenen van alle deelnemers verhogen (indexeren), zodat deze meestijgt met de kosten van het levensonderhoud. Dan blijft de koopkracht van uw pensioen behouden. Het bestuur van APFA kijkt ieder jaar opnieuw met behulp van de dekkingsgraad of en zo ja met hoeveel procent de pensioenen worden verhoogd.

Hoe hoger de dekkingsgraad boven die 100% uitkomt, hoe meer ruimte er is om de pensioenen (gedeeltelijk) te verhogen.

De verhoging van de pensioenen van de gewezen en pensioengerechtigde deelnemers is altijd de helft van het percentage van de verhoging van de pensioenen van de actieve deelnemers.

Deelnemers die onder de voormalige Pensioenverordening landsdienaren (PVL) met pensioen zijn gegaan, komen niet in aanmerking voor indexatie van hun pensioen. Voor hen geldt een duurtetoeslagregeling. Heeft u vragen hierover neem dan contact met ons op.